Het zit het Rotterdamse raadslid Meeuwissen van de PVV goed dwars dat hij vorige maand in de vergadering van de gemeenteraad tijdens het debat over ondermijning geen antwoord kreeg over de oude kwestie van de Essalam moskee op Zuid, die in zijn beleving illegaal is gebouwd. Hij heeft er nu schriftelijk vragen over gesteld aan het stadsbestuur, dat voor de beantwoording terug moet naar een gerechtelijke uitspraak van 2017 en naar de periode van bouwwethouder Hamit Karakus van de Partij van de Arbeid (2010-2013).
Het gaat inzake deze moskee om ‘’een overeenkomst tot grondruil’’, die de gemeente al in 2013 sloot met de Stichting Moskee Essalam. ''De gemeente'', schrijft Meeuwissen, ''geeft aan zich hieraan gebonden te voelen vanwege schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid van onrechtmatige vertegenwoordigers.''
Ook citeert hij wat de gemeente zei over het vonnis van de rechtbank: “Uit het vonnis kan niet de conclusie worden getrokken dat alle bestuurders die in het handelsregister van de Kamer van Koophandel staan of stonden ingeschreven, niet rechtsgeldig benoemd zouden zijn”.
De uitspraak van de rechter op 6 december 2017 stelt - volgens de fractie van de PVV - duidelijk vast dat het bestuur niet rechtsgeldig was op het moment van de overeenkomst tot grondruil.
‘’Met andere woorden: het bestuur was illegaal en derhalve niet bevoegd tot besluiten’’, aldus Meeuwissen en dan komt de vraag die hij nu schriftelijk heeft ingediend: ‘’Waarom blijft u dan toch van mening dat gemaakte afspraken met het toenmalige bestuur van de Essalam moskee rechtsgeldig zijn?’’
En ook deze: ‘’Waarom heeft u geen gedegen onderzoek verricht naar het bestuur en de organisatie van de Essalam moskee vóór u de overeenkomst tot grondruil aanging?’’